Compensatie verhoging wettelijk minimumloon

Werkgevers worden gecompenseerd voor de verhoging van het wettelijk minimumloon door het Lage-Inkomens Voordeel (LIV). Dit is een tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben die tussen de 100% en 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. De hoogte van het LIV wordt gebaseerd op het gemiddeld fiscale uurloon van de werknemer.

Zo kan het voordeel voor werknemers die tussen de 100% en 110% van het minimumloon verdienen oplopen tot € 2.000 per werknemer per jaar. Voor werknemers die tussen de 110% en 125% van het minimumloon verdienen, is dit maximaal € 1.000 per jaar.

Daarnaast moet de werknemer minimaal 1.248 verloonde uren hebben in het jaar dat de werkgever het LIV wil ontvangen en mag de werknemer nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Het LIV wordt na afloop van het kalenderjaar, in september, in één keer door de belastingdienst uitgekeerd voor alle hiervoor aangemerkte werknemers.

Daarnaast is er een compensatieregeling voor de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon van 18 tot en met 21 jaar. Werkgevers kunnen rekenen op een tegemoetkoming volgens de systematiek die aansluit bij het reguliere lage-inkomensvoordeel (LIV). Deze tegemoetkoming wordt uitgedrukt in een vast bedrag per verloond uur en is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer op 31 december van het voorafgaande jaar en het gemiddelde uurloon in het betreffende kalenderjaar. De compensatie wordt na afloop van een kalenderjaar automatisch vastgesteld en via de belastingdienst uitbetaald aan werkgevers die daar recht op hebben.

De compensatieregeling treedt in werking op 1 januari 2018. Omdat de verhoging van het minimumjeugdloon al ingaat per 1 juli 2017, wordt de compensatie voor het jaar 2018 vermenigvuldigd met 1,5.

 

Bron: nieuwsbrief CSE november 2017

« Ga terug